
In drie verhalen ontmoeten we twee personages in verschillende periodes van hun leven, maar in een tijdsdimensie los van elkaar. Ze ontmoeten elkaar dus telkens voor de eerste en enige keer. De vrouw is de ene keer een knap, jong en losgeslagen meisje, een andere keer een mooie, complex-loze volwassen vrouw en in het laatste verhaal een mollige vrouw op leeftijd die zich ontfermt over een kind dat beide ouders pas heeft verloren. Het betreft hier geen lineaire evolutie, daar het eerste verhaal start met de volwassen vrouw. Toch leer je na de drie verhalen wel iets over haar gekozen levenspad.
De jongen is in het eerste verhaal een volwassen man die rondhangt in de lobby van een hotel, terwijl hij al wat ouder in het tweede verhaal werkt in een soortgelijk hotel. Dit is trouwens wat de drie verhalen aan elkaar linkt, het uitgangspunt dat beide personages elkaar treffen in een hotel en hun ontmoeting steeds een eindpunt bereikt bij dageraad. De drie ontmoetingen waarbij de betrokken personages binnen korte tijd zich aan elkaar blootgeven, dragen bij aan hun verdere ontwikkeling, zonder dat ze dit evenwel beseffen. De ontmoetingen konden immers in het normale leven nooit plaatsvinden.
Alessandro Baricco heeft met Driemaal bij dageraad een glashelder en uitgekiend literair kunstwerkje afgeleverd, waarin hij ons laat zien wat er met fictie allemaal mogelijk is. De drie verhalen hebben op het eerste zicht weinig met elkaar te maken. Gaandeweg laat hij de lezer meer ontdekken over beide personages en hun verwikkelingen, al blijven er genoeg leemten die de lezer zelf kan invullen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten