23 dec 2012

Tommy Wieringa - Dit zijn de namen


De roman begint in Michailopol, een fictieve grensstad in het voormalige Oostblok. Het ligt er volstrekt verlaten en afgesloten van de wereld. We volgen er de bezigheden van de 53-jarige politiecommissaris Pontus Beg. Lichtpuntje in zijn Oostblokgrauwe wereld is de maandelijkse vrijpartij met zijn huishoudster.  Hij eet gehaktbrood en drinkt bier in Tina's Bazooka Bar - Tina was een prostituee, maar serveert nu gewoon eten en drank. Pontus' kinderloze bestaan biedt een even desolate aanblik als het landschap.

In een tweede verhaallijn lezen we over de helletocht van een groep vluchtelingen. Wieringa vertelt hoe ze huis en haard verlaten om een betere toekomst te vinden. De één is op de vlucht, de ander denkt een uitverkorene te zijn en weer een ander vertrouwt erop meer geld te zullen verdienen in het nieuwe land. Bijeengebracht door een louche smokkelaar verlaten ze per vrachtwagen hun geboortegrond. In de veronderstelling voorbij de grens te zijn, verlaat de groep de vrachtwagen. Een enkeling is ervan overtuigd genept te zijn door de chauffeur en maakt meteen rechtsomkeert.

De rest begint 'onder wolken van inkt' aan een reis door de steppe. Tien tot vijftien man groot is het gezelschap dat door dit barre grasland trekt. Weken, maanden zijn ze onderweg op het moment dat ontreddering omslaat in grimmige waanzin en de meest kwetsbaren het op gruwelijke wijze moeten ontgelden. In huiveringwekkende passages beschrijft Wieringa het fysieke leed van uitgeteerde mensenlichamen en bovendien heeft hij een bijzonder oog voor de machtsmechanismen die spelen in zo'n groep gehavende en op elkaar aangewezen zielen.

De oeverloosheid van de tocht maakt de reis tot een moderne exodus naar het Beloofde Land. Een toevalligheid is die gelijkenis niet. Exodus is de titel van het tweede boek uit het Oude Testament dat begint met de zin 'Dit zijn de namen van de zonen van Israël'. Het boek beschrijft de vlucht van het Israëlische volk uit Egypte naar het land Kanaän.
 
Het ware thema van 'Dit zijn de namen' is ons eeuwige talen naar andere levens. Terwijl de vluchtelingen wanhopig over de steppe dwalen, op zoek naar beter leven, stoot Pontus op aanwijzingen dat hij Jood is, en begint hij samen met een rabbi een verbeten zoektocht naar een nieuwe identiteit. Dat maakt van hem een lotgenoot van de vluchtelingen - en moesten ook de Joden niet eerst een woestijn doorbanjeren ?
 
Waar het om gaat, daar laat Wieringa geen misverstand over bestaan, is wat mensen geloven. Alles draait om de betekenis die ze aan die feiten geven. Dat kun je lezen als het begin van een religieuze verklaring, maar ook breder zien: het geldt immers evenzeer voor de aanbidding van het gouden kalf, voor het geloof in magische krachten van een mensenhoofd of de veronderstelling dat er achter het prikkeldraad een nieuw land begint met de kans op een nieuw leven.

1 opmerking: