30 okt 2012

AKO Literatuurprijs voor Peter Terrin


De Vlaamse schrijver Peter Terrin heeft maandagavond de AKO Literatuurprijs gekregen voor zijn boek 'Post Mortem'. Daarin schrijft Terrin over het herseninfarct van zijn dochtertje.

De jury sprak van een 'magistrale bespiegeling van de literatuur'. Ze motiveerde haar keuze als volgt: 'In deze tijd waarin wij zoeken naar houvast en waarin de media steeds meer ons leven construeert, kiest de jury voor een auteur die de liefde verklaart aan de literatuur. Welk houvast kan de literatuur nog bieden als het noodlot toeslaat en de camera draait? Post mortem beantwoordt die vraag.'

De andere genomineerden waren onze landgenoot Elvis Peeters met 'Dinsdag', en de Nederlanders Stephan Enter met 'Grip', Arnon Grunberg met 'De man zonder ziekte', Mensje van Keulen met 'Liefde heeft geen hersens' en Anton Valens met 'Het boek Ont'.

De AKO Literatuurprijs is een van de belangrijkste literaire prijzen van Nederland en wordt uitgereikt sinds 1987. De winnaar ontvangt behalve een sculptuur van Eugène Peters een bedrag van 50.000 euro. Vorig jaar won Marente de Moor de prijs met haar boek 'De Nederlandse maagd'.

De auteur zelf zei na de bekendmaking dat het boek is opgedragen aan zijn grote voorbeeld: 'Renée, een meisje van 8, die dag na dag haar vader heeft geleerd nooit op te geven.'

Terrin werd al twee keer genomineerd voor de Ako Literatuurprijs, met zijn roman Blanco en verhalenbundel De Bijeneters. Zijn derde nominatie kon hij dus verzilveren. (bron : standaard.be)



29 okt 2012

Nederlandse schrijver Bernlef overleden


De 75-jarige schrijver Bernlef overleed maandag in Amsterdam, na een kortstondige ziekte. Dat meldt uitgeverij Querido. Bernlef schreef heel wat romans, verhalen, essays en gedichten. Het grote publiek kent hem vooral van ‘Hersenschimmen’, zijn grote doorbraak uit 1984. Bernlef (pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman) debuteerde in 1960 met de gedichtenbundel ‘Kokkels’ en de verhalenbundel ‘Stenen spoelen’. In de jaren zestig werkte hij vooral als vertaler van heel wat Zweedse schrijvers en dichters en als recensent, onder meer voor De Groene Amsterdammer en Het Parool . Hij was ook een van de oprichters van het tijdschrift Barbarber , in 1958.
 
Zijn grote doorbraak kwam er in 1984 met de roman ‘Hersenschimmen’, een tragische liefdesgeschiedenis die draait rond dementie. Van dat boek zijn in Nederland en Vlaanderen bijna een miljoen exemplaren verkocht en het werd in tien talen vertaald.
 
Een van de centrale thema’s in het werk van Bernlef was jazzmuziek. Hij schreef er gedichten, verhalen en essays over. In 2006 publiceerde hij bijvoorbeeld een bundel met jazzverhalen: ‘Hoe van de trap te vallen’.
 
Bernlef werd meermaals bekroond. Zo won hij in 1984 de Constantijn Huygensprijs, enkele jaren later de AKO Literatuurprijs en in 1994 de P.C. Hooftprijs.
Uitgever Annette Portegies van Querido zegt niet alleen een geweldig schrijver, maar ook een lieve vriend te verliezen. ‘Iemand bovendien die, vanuit de traditie van ons huis, meedacht over de toekomst van de uitgeverij, en die jonge schrijvers hielp en adviseerde. We zullen hem verschrikkelijk missen.’ (bron : standaard.be)

28 okt 2012

Javier Marias - De verliefden


Het fundament van de roman is een onalledaagse ontmoeting namelijk eentje die er nooit een geweest is. In het café waar Maria ontbijt voor ze naar de uitgeverij vertrekt, valt haar blik telkens op hetzelfde echtpaar dat volledig in elkaar opgaat. De vertrouwdheid van het stel impliceert een huwelijk. De expressie van zo veel geluk geven Maria de arbeidsvitaminen om aan het werk te gaan. Zij bedenkt voor het stel de naam het Perfecte Paar. Dan blijft hun vaste plek aan het tafeltje leeg. De afwezigheid duurt langer dan een vakantie kan verklaren. Langs een omweg komt Maria te weten dat de man door een zwerver is vermoord precies op zijn vijftigste verjaardag.
Maria weet het adres van de weduwe te achterhalen om haar medeleven over te brengen. Bij die gelegenheid ervaart ze dat het stel ook voor haar een naam had bedacht: de Voorzichtige Jongedame. Tijdens het contact met de weduwe leert ze Javier kennen, huisvriend van het Perfecte Paar. Maria en Javier krijgen een verhouding. Javier is echter vooral verliefd op de weduwe. Maria is voor hem het tijdverdrijf tot het grote verdriet van de weduwe voldoende gedempt is. Van Maria’s kant is de verliefdheid serieus. Zij raakt echter in verwarring als zij aanwijzingen krijgt die erop duiden dat Javier de hand heeft gehad in de moord op de man van het echtpaar. Kun je de waarheid achterhalen en kun je zekerheid hebben over de motieven die mensen drijven ? Marias speelt een spel met de lezer waarin diverse opties verkend worden. Gelijksoortige thema’s uit de wereldliteratuur, ontleend aan Balzac, Shakespeare en Dumas, maken hun opwachting. De verhouding van Maria en Javier komt onder druk en loopt ten einde. Enkele jaren later ziet Maria de weduwe en Javier als stel bij toeval terug. Zij stapt op de twee af en overweegt een grote ontmaskering. Haat ze Javier ? Kun je daar troost in vinden of kracht ? Het past bij een groot romanschrijver dat het antwoord dubbelzinnigheid niet uitsluit. Na de laatste bladzij is het verhaal niet over. De verliefde is een boek dat een tijdje na gonst.
 
Cobra sprak op 14/06/2012 met Javier Marias : 
 

Javier Marias - Een hart zo blank

Toen ik naar aanleiding van het nieuwe boek "De verliefden" van Javier Marias las dat hij steeds vaker genoemd wordt voor de Nobelprijs literatuur nam ik me voor om toch maar één van zijn romans te lezen en koos ik voor deze roman (1992) die door velen bestempeld wordt als de roman van zijn internationale doorbraak. De titel verwijst naar een phrase uit MacBeth van William Shakespeare (my hands are of your color, but I shame to wear a heart so white). MacBeth vermoordt Duncan, koning van Schotland, en wanneer Lady MacBeth kennis krijgt van deze moord beschouwt zij zichzelf als mededader, het feit dat zij er weet van heeft en de schande waaronder zij gebukt gaat maakt het leven voor haar ondraaglijk. Deze thematiek doordrenkt ook deze roman.
"Ik wilde het niet weten, maar ik ben te weten gekomen dat een van de meisjes, toen ze geen kind meer was en kort nadat ze was teruggekeerd van haar huwelijksreis, naar de badkamer ging, zich voor de spiegel posteerde, haar blouse losknoopte, haar beha afdeed en haar hart zocht met de loop van het pistool."

Dit is het legendarische begin van Een hart zo blank. De verteller is Juan Ranz, een vertaler die zelf net is getrouwd en op zijn huwelijksreis wordt bevangen door een onheilspellend gevoel. Dat gevoel lijkt over zijn huwelijk te gaan, maar ligt eigenlijk in het levensverhaal van zijn vader, die op paradoxale wijze drie keer moest trouwen voordat Juan geboren kon worden.
 
Een hart zo blank is een hypnotiserende roman over de soms dringende behoefte onwetend te blijven. Luisteren kan gevaarlijk zijn weet de verteller want als een geheim eenmaal gehoord is, wordt het vergeten ervan onmogelijk.


Connie Palmen - I.M.


In het onconventionele liefdesverbond tussen de schrijfster Connie Palmen en de journalist Ischa Meijer worden zowel de wetten van het klassieke liefdesverhaal als die van de roman zelf geschonden. I.M. is een versmelting van genres, waarin andere liefdeskoppels opduiken: Amerika en Europa, journalistiek en literatuur, fictie en werkelijkheid, leven en dood.
I.M. is zowel een wervelende road novel en een openhartige autobiografie als een strak gecomponeerde roman. Gebeurtenissen en personen zijn door de schrijfster op een bijzondere, dwingende manier geordend, waardoor de zinderende liefde tussen de twee hoofdpersonen de lezer in volle omvang raakt.
 
Inmiddels is men het er tot ver over de Nederlandse grenzen over eens dat Connie Palmen met I.M. behalve een aangrijpend monument voor een grote liefde vooral ook een grensverleggende roman heeft geschreven, die een ijkpunt vormt in de moderne Nederlandse literatuur.
 
‘Het hartverscheurende verloop van een grote liefde, pretentieloos, sober en met grote wijsheid geschreven.’
Buchkultur, Wenen
 
‘Connie Palmen geeft zich bloot en toont een groot verhalend talent in dienst van een tekst die de getuigenis, de filosofie en een uitgebreide overpeinzing over de romankunst vermengt.’
Abc Cultural, Barcelona
 
‘een van de echte vrije geesten van onze letteren’
Hans Goedkoop





Christophe Vekeman - Een uitzonderlijke vrouw

Mocht de Vlaamse schrijver Christophe Vekeman een sporter zijn, dan deed hij aan turnen of schoonspringen. Een zwierige sport, die ongetwijfeld inspanning vergt maar waarvan de toeschouwer toch vooral de elegantie opmerkt. Gecompliceerde maar niettemin soepele zinnen, een licht archaïsche woordenschat en een scherp oog voor het komische detail in alledaagse handelingen: zo langzamerhand maakte het niet meer uit waarover Vekeman schreef, de stijl was een genoegen op zich geworden.

Toch had ik een klein voorbehoud toen ik begon aan Vekemans nieuwe roman. Toch niet opnieuw een droevige komedie over in angsten en zelfhaat verstrikte losers, vroeg ik de auteur in gedachten. Die ‘formule' heeft Vekeman twee keer met geweldig resultaat toegepast, met name in Een borrel met Barry en Lege jurken, twee romans die door minder mensen gelezen zijn dan ze verdienden. Maar in Vekemans vorige, 49 manieren om de dag door te komen, kwam het been there, done that-gevoel roet in het eten gooien.

Gothic

Fijn, dus, om te merken dat de hoofdpersoon van Een uitzonderlijke vrouw voor het eerst een vrouw is. De handeling van de roman blijft niet, zoals voorheen, beperkt tot een paar weken of maanden; we leren het hoofdpersonage Gwen Rummerling kennen als kind op het einde van jaren zeventig en vergezellen haar tot in ons heden. Dat is precies waar ik stiekem op gehoopt had: verandering van spijs.

De moeder van Gwen Rummerling wil niets liever dan een normaal kind. Haar strenge opvoeding heeft echter niet het verhoopte resultaat. Al mag Gwen dan niet zelf haar kleren kopen en loopt ze noodgedwongen rond als ‘een non op vakantie', in gedachten is ze een in het zwart geklede goth. Gwen wil zich onderscheiden, ze wil erkenning. Als ze een toespraak houdt op haar vaders begrafenis, stelt het haar een beetje teleur dat het ‘optreden' niet wordt beloond met applaus. Graag dicht zij zichzelf een grote ‘gevoeligheid' toe, maar literatuur, muziek noch andere kunsten dringen echt tot haar door. Haar in Joy Division gemarineerde dagboeken (‘Liefste afvalberg' getiteld) zijn uitsluitend geschikt als brandstof voor de open haard. Wat moet ze worden, wat moet ze gaan studeren, waarin kan ze excelleren?

Vekemans personages zijn altijd al sterk geweest in het ‘omredeneren' van de werkelijkheid. Ze piekeren over een probleem tot het een welkome uitdaging wordt, een nederlaag tot het een overwinning is. Echter, was dit talent voor zelfbedrog in eerdere romans een humoristisch detail, dit keer staat het centraal. In de loop van Een uitzonderlijke vrouw herdefinieert Gwen zichzelf keer op keer: psychoanalytica, mystica, cocktease... Telkens denkt ze haar plaats in de wereld te hebben gevonden. Telkens maakt ze zichzelf wijs gelukkig te zijn. De harde werkelijkheid laat zich echter niet permanent negeren. Gwen zwelgt in waanwijsheid en eindigt keer op keer met de neus op de feiten: het was allemaal zelfbedrog. Dat de titel door de roman zelf gelogenstraft zou worden, stond al vanaf bladzijde 1 vast: hoe hard Gwen ook haar best doet, haar leven is verre van uitzonderlijk.

Grunberg

Het zal raar klinken, maar dit is een tot bescheidenheid manend boek. In Gwen herkennen we de stelligheid waarmee wij uitspraken doen over onszelf en ons leven, een stelligheid die onze onzekerheden moet overschreeuwen. Laten we eerlijk zijn: in tijden van Facebook en LinkedIn proberen we allemaal ons leven te regisseren, de ster te zijn van ons hoogstpersoonlijke succesverhaal. Een uitzonderlijke vrouw is een loepzuivere spiegel van deze tijd.

Met deze roman staat Christophe Vekeman opeens pal naast Arnon Grunberg. In romans als Tirza of Huid en haar liet Grunberg zien hoe het zogenaamd vrije individu wordt aangetast door de eisen die de hedendaagse samenleving aan ons stelt. Maar er is een belangrijk verschil tussen de schrijvers. Grunberg is een cynicus, die met vilein genoegen de leugens en wanen doorprikt. Vekeman lijkt meer mededogen te hebben: hij is niet uit op de vernietiging van zijn personages, maar staat hen toe om het licht aan het einde van de tunnel te zien.

Het is lastig om Een uitzonderlijke vrouw in het korte bestek van een recensie recht te doen. Alleen al over het slot van de roman valt heftig te discussiëren. Gwen besluit om voortaan alleen nog maar in andermans ficties haar rol te vertolken. Is dat de finale nederlaag van het individu of heeft zij een benijdenswaardige staat van onthechting bereikt? Vekeman laat de interpretatie uiteraard over aan de lezer.

Een uitzonderlijke vrouw heeft veel meer te bieden dan leesplezier. Ongemerkt verricht deze roman graafwerkzaamheden in de lezer. Je blijft omgewoeld achter.

Recensie van Mark Cloostermans in De Standaard  - 30/03/2012

Virginia Woolf - Orlando


Stel je voor: je leeft meer dan driehonderd jaar en in die tijd verander je van geslacht. Je valt in slaap als man en je wordt wakker als vrouw. Nee, het is niet de bizarre plot van een of andere triviale sf-film. Het overkomt Orlando, het hoofdpersonage uit de gelijknamige roman van de Engelse schrijfster Virginia Woolf. Orlando (1928) is een pareltje uit de literatuur van de twintigste eeuw. Een ode aan de verbeelding. Aan de taal. Aan de schoonheid. Aan de zintuigen. Aan het leven. Katelijne Damen speelt Orlando, Guy Cassiers regisseert in Toneelhuis.

 
Interview met Katelijne Damen en Guy Cassiers :
 
 
 
Orlando is een biografie van Woolfs bisexuele vriendin Vita Sackville-West, door haar zoon Nigel omschreven als "de langste en meest charmante liefdesbrief in de literatuur", voortkomend uit de relatie met Woolf.

Ongebruikelijk, maar het moment van het ontstaan van Orlando was gedocumenteerd: Woolf schrijft in haar dagboek op 5 oktober 1927: "En plotseling kwamen de gebruikelijke opwindende beelden in mijn gedachten op": een biografie beginnend in 1500 en doorgaand tot de huidige dag, getiteld Orlando: Vita; alleen met een verandering van de ene sekse in de andere.

Virginia Woolf, psychisch labiel en zelf niet erg tot fysieke liefde in staat, haar huwelijk met Leonard was dan ook een verstandshuwelijk, was geobsedeerd door de relatie die Vita met Trefusis had gehad en geestelijk nog had. Naast het portret dat zij in "Orlando" van Vita neerzet portretteert ze daar ook Violet Trefusis, een schrijftser, als zijnde de ontrouwe Russische prinses Sascha "de vos met haar scherpe tanden". Woolf maakt daar gebruik van zeer intieme informatie over Violet Trefusis (Sascha) die ze alleen via Vita heeft kunnen verkrijgen. Vita beschrijft zelf hoe Virginia haar uithoorde over allerlei wederwaardigheden die er tussen haar en Violet hadden plaatsgehad.

26 okt 2012

Stephan Enter - Grip


Stephan Enter debuteerde in 1999 met de verhalenbundel Winterhanden die lovend werd ontvangen en genomineerd werd voor de Libris Literatuurprijs 2000. In april 2004 verscheen zijn eerste roman, Lichtjaren, die eveneens een Librisnominatie in de wacht sleepte. Beide boeken werden ook genomineerd voor de Gerard Walschapprijs. Eind april 2007 verscheen Enters tweede roman Spel. Enters derde roman, Grip, werd bejubeld in de media, was genomineerd voor de Librisprijs, is genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en won de Gouden Boekenuil Lezersjuryprijs. Stephan Enter schrijft erg gedetailleerd en zijn psychologische portretten zijn bijzonder verfijnd. Zo ook in Grip, waar een groep alpinisten na twintig jaar weer samenkomt.

Vincent en Paul treffen elkaar op station Brussel-Zuid om vandaar samen te sporen naar Wales, waar hun vroegere klimvrienden, Martin en Lotte zich hebben gevestigd. De reis langs voorbijrazende landschappen biedt Paul de gelegenheid te mijmeren over de veranderingen tussen vroeger en nu. Vincent is in Pauls ogen nog steeds dezelfde energieke en flamboyante oermens, maar wat hebben beiden elkaar nog te vertellen na twintig jaar. Een artikel in de krant over de op hand zijnde onsterfelijkheid van het menselijk ras zet de tegenstellingen tussen beiden scherp.

25 okt 2012

Javier Marias weigert prijs voor De Verliefden


De Spaanse auteur Javier Marías heeft een literatuurprijs van de regering in Madrid geweigerd. De 61-jarige schrijver zal de door het ministerie van Cultuur uitgereikte nationale literatuurprijs niet in ontvangst nemen. Dat meldt El País, voor wie Marías regelmatig columns schrijft.
 
Het ministerie had de auteur de met 20.000 euro gedoteerde prijs toegekend voor zijn jongste roman ‘De Verliefden’. Marías, internationaal een van de bekendste hedendaagse schrijvers, is een zelfverklaarde tegenstander van de regering van premier Mariano Rajoy.
 
Hij had in het verleden al herhaaldelijk aangekondigd dat hij geen onderscheiding van de Spaanse staat zou aannemen. De auteur had zich ook meermaals erg kritisch uitgelaten over de drastische besparingen van de Madrileense regering in de cultuursector en de conservatieven verweten zich daarmee in het spoor van de Franco-dictatuur (1939-1975) te begeven.  
  
Het ministerie van Cultuur had donderdag beslist Marías de prijs voor het beste verhaal van 2011 in Spanje toe te kennen. Uitgeverij Alfaguara bevestigde aan het Spaanse persagentschap Efe, dat de auteur de onderscheiding niet in ontvangst wil nemen.

Karl Ove Knausgard in Vooruit Gent - Liefde


Nadat Karl Ove Knausgård zijn vriendin verlaten heeft vertrekt hij eenzaam en gedeprimeerd naar Stockholm. Voor hij het weet heeft hij niet alleen de nieuwe liefde van zijn leven ontmoet, maar loopt hij door Stockholm met zijn pasgeboren dochter in de kinderwagen. Hij lijkt maar geen grip te kunnen krijgen op deze nieuwe ontwikkelingen. Hij wil niets liever dan bezig zijn met het schrijven van een vervolg op zijn bejubelde debuutroman. Maar steeds wanneer hij zich daarop wil concentreren wordt hij afgeleid door verplichte familievakanties, ruzies met strijdlustige buren en de emotionele ellende die kinderfeestjes met zich meebrengen.

’Liefde’ is het tweede deel van de Mijn strijd-serie (na Vader). De zes romans kunnen los van elkaar worden gelezen of als één geweldig ambitieus project. Deze cyclus is de grootste literaire sensatie in Noorwegen in tientallen jaren en stond er meer dan dertig weken op de bestsellerlijsten.

Karl Ove Knausgård gaat op 06/11/2012 in gesprek met Anna Luyten, leest een fragment voor in het Noors (met het Nederlands op scherm) en signeert.
  • De Standaard: ”in een tijd waarin niemand nog tijd heeft om te lezen, is het een kostbare luxe te kunnen zwelgen in schier eindeloze, superieur geschreven pagina’s.”
  • HP/DE TIJD: “Een explosief mengsel van verdriet, woede, frustratie en onvrede. (…) Een ongekend literair project.”
  • NRC Handelsblad: “Een ruwe Noorse Proust. (…) Zijn vermogen om zijn persoonlijke verleden op te roepen is schitterend.”
Lees een lovende recensie uit The New Yorker

http://www.newyorker.com/arts/critics/books/2012/08/13/120813crbo_books_wood?currentPage=all

21 okt 2012

Karl Ove Knausgard op boekenbeurs 2012


Van 31 oktober tot 11 november 2012 kan je in de Antwerp Expo naar de jaarlijkse boekenbeurs. Dit jaar slaan zowat 100 standhouders hier hun tenten op. Samen bieden ze zo'n slordige 60.000 titels aan. Naast talrijke signeersessies is er ook een auteurspodium dat een divers en gratis programma aanbiedt met talloze binnen- en buitenlandse auteurs die over hun nieuwste werk praten of van ideeën wisselen over hot topics.

Bekende auteurs of gasten uit eigen land zijn o.a. Herman Brusselmans, Peter Terrin, Christophe Vekeman, en vele vele anderen. Bekende buitenlandse auteurs die langskomen zijn o.a. : de Nederlandse auteurs David Pefko, Arnon Grunberg en Connie Palmen. Op 3 november komt ook de veelvuldig bekroonde Noorse auteur Karl Ove Knausgard (foto) langs.

Zelden heeft iemand zijn leven zo uitputtend gedocumenteerd als de Noorse schrijver Karl Ove Knausgard. Hij schreef een autobiografie die zes delen omvat en ruim 3.500 bladzijden beslaat.

De boeken werden in Noorwegen een enorm succes maar veroorzaakten ook de nodige ophef omdat Knausgard zo genadeloos over zichzelf, zijn gezin, familie en vrienden schreef dat sommigen met een proces dreigden of hem niet meer wilden zien.

In het eerste deel Vader, dat vorig jaar werd vertaald, stonden zijn jeugd en vooral de problematische relatie met zijn alcoholische vader centraal. Het tweede onlangs verschenen deel Liefde, goed voor ruim 600 bladzijden, draait vooral rond zijn gezin.

18 okt 2012

Albert Camus - De vreemdeling


 
De hoofdpersoon, Meursault, is een in zichzelf gekeerde, wereldvreemde man die een moord pleegt waarvoor hij ter dood wordt veroordeeld. In het eerste deel – dat vanuit het perspectief van Meursault wordt verteld (hij is de ik-figuur) – komen wat voorafging aan de moord en de moord zelf aan bod. Meursault is kantoorbediende bij een rederij. Als hij bericht krijgt van de dood van zijn moeder, keert hij terug naar het dorp waar zij in een tehuis woonde. Tijdens de begrafenis toont hij geen verdriet, noch betrokkenheid. Hij blijkt een man zonder ambitie, zonder emotionele betrokkenheid bij anderen en volstrekt onverschillig tegenover het leven.
Voor Meursault staat geluk gelijk aan een routinematig bestaan dat vrij is van veranderingen. Hij ontmoet Marie, een vrouw op wie hij ooit verliefd was. De dag na de begrafenis begint hij met haar een relatie. Buurman Raymond Sintès, die ervan verdacht wordt een pooier te zijn, dringt zijn vriendschap aan Meursault op. Sintès heeft een maîtresse die hij met hulp van Meursault een vuile streek levert. Haar broer (een Arabier) zweert wraak. Wanneer Meursault, Masson (een vriend van Raymond Sintès) en Sintès op het strand het pad kruisen van de broer en diens vrienden ontstaat een vechtpartij. Een van de vrienden van de Arabier trekt een mes en verwondt Raymond. Zijn vrienden brengen hem naar hun strandhuisje en wanneer Meursault terugkeert met het pistool van Sintès, komt hij weer de Arabier, de broer van de maîtresse, tegen. Door de hitte van dat moment en een verdachte beweging van de ander trekt hij het pistool en vuurt op de man. Achteraf beschiet hij hem nog vier maal.
 
Het tweede deel van de roman behandelt de berechting van Meursault. In het proces lijkt niet zozeer de moord zelf centraal te staan (het betrof ‘slechts een Arabier’) maar de vraag of Meursault in staat is berouw te tonen. Het feit dat hij geen verdriet toonde bij het overlijden van zijn moeder en dat hij zo kort na de begrafenis een relatie begon, maken hem verdacht. Dat hem verweten wordt goddeloos te zijn raakt hem niet. Gedurende het hele proces voert hij niets aan ter verdediging. Uiteindelijk worden hem zijn gebrek aan berouw en schijnbare gevoelloosheid zwaar aangerekend: hij wordt ter dood veroordeeld.
 
In de dodencel krijgt Meursault bezoek van een aalmoezenier die hem tracht te bekeren. Meursault ontsteekt hierop in woede, waarna hij zich lijkt te verzoenen met zijn lot. Voor het eerst staat hij open voor de "tedere onverschilligheid van de wereld" en zijn dood zal het hoogtepunt worden van zijn absurde bestaan.

Jens Christian Grondahl - De tijd die nodig is


Op zakenreis in Stockholm krijgt Ingrid, die zichzelf op dat moment nog beschrijft als 'single, geslaagd, in sommige ogen zelfs mooi', telefoon van de politie: haar vijftienjarige zoon Jonas is gearresteerd. Hij en enkele maten hebben een allochtone jongen in elkaar geschopt, die er met een hersenschudding van af is gekomen. Dat doet voor Ingrid niks af aan het verderfelijke voorval, en ze haast zich naar Kopenhagen, achtervolgd door 'haar hypothetische fantoom-Marokkaan in een rolstoel'. Op dat moment is het donderdag. In de korte tijdspanne tot zondag wordt ze door het heden in snelheid gepakt, terwijl ze langzaam haar verleden overdenkt.
 
Er schuilt overigens meer dan één vrouw in Jens Christian Grøndahl. Want Ingrids leven weerspiegelt op pijnlijke wijze dat van de generaties vóór haar. Haar grootmoeder Ada ging weg bij haar man om zich in de armen van een dichter aan de literatuur te wijden. Haar moeder Berthe, liet - snakkend naar de afwezige Ada - haar gezin in de steek om correspondente te worden in Rome. En op haar beurt verliet Ingrid de cocon van man en zoon voor de veel oudere Frank. Die bleef zelf getrouwd, dus is ze al acht jaar zijn minnares. Ergens onderweg raakte Ingrid daarbij het contact met Jonas kwijt: 'Hij moet van haar zijn weggegleden terwijl zij met iets anders bezig was.'
 
De zogenaamd vrijgevochten keuzes van grootmoeder, moeder en dochter smaken bitter, nu ze alledrie een zekere leeftijd hebben bereikt: 'Er ligt geen wijsheid in oud worden, maar wel de autoriteit van het onherstelbare, en de herinnering aan je beste jaren.'
 
Van zoveel harde waarheid word je niet vrolijk, maar - als dat een troost mag zijn - Grøndahl giet ze in bijzonder straffe literatuur.

Hans Münstermann - De bekoring


De bekoring is de vijfde roman die cirkelt rond het gezin van de Duitser Joachim Klein en diens in Arnhem geboren echtgenote Marianne Petersen. Ze zijn getrouwd op 10 mei 1940, een omineuze datum waar ook huwelijksgewijs geen zegen op bleek te rusten. In het eerste deel Het gelukkige jaar 1940 (2002), reconstrueert Andreas Klein de trouwdag van het katholieke paar dat zeven kinderen voortbracht, maar nooit blijk gaf van echtelijke liefde. Andreas is het vierde kind uit de verbintenis. Hij is de lieveling van zijn moeder en degene die later als schrijver de behoefte voelt de geschiedenis van het gezin en daarmee die van zichzelf te onderzoeken. Hij kiest daarvoor bij voorkeur familiebijeenkomsten uit. In De bekoring gebruikt hij de sterfdag van zijn moeder om de verschrikkingen van een jeugd in de jaren vijftig op te roepen.

De moeder overlijdt begin september 2004, terwijl op tv de afgrijselijke beelden te zien zijn van de gegijzelde kinderen in een school in Beslan. Daarmee vergeleken valt de rouw om een vredig in haar eigen bed gestorven hoogbejaarde vrouw in het niet. Desondanks begint Andreas tegenover zijn broers en zusjes ongemakkelijkheden uit een jeugd in het vredige Amsterdam-Zuid van de jaren vijftig tot drama te verheffen.

Alles in De bekoring draait om een enkele dag, lang geleden. Dat moet 16 juli 1960 geweest zijn. De radio meldde het overlijden van nazi-generaal Albert Kesselring. In Kongo was het niet pluis, daar werd de eerste leider van het pas onafhankelijk geworden land, Loemoemba, gearresteerd en mishandeld. Maar wat meer indruk maakte op het gezin-Klein was dat op die dag de moeder haar huis verliet met de mededeling dat ze nooit meer terug zou komen. Die dag is voor Andreas altijd de sterfdag van zijn moeder gebleven, de dag – nota bene zijn verjaardag – waarop ze hem verried.

Nu ze ruim veertig jaar later echt dood is, tracht hij met behulp van de herinneringen van zijn broers en zusjes te achterhalen wat er indertijd gebeurd is, wat hun moeder heeft gedreven. Dat levert een allerellendigst beeld op van een tijdperk waarin het gros van de getrouwde vrouwen een slavenbestaan leidden, uitgeput door zwangerschappen en bevallingen, achtervolgd door schuldeisers, geterroriseerd door op hun werk gekoeioneerde echtgenoten. Er was geen tijd om de nog maar zo kort voorbije oorlog te verwerken, laat staan om de vruchten te plukken van de beginnende welvaart en van de culturele en seksuele vrijheden die gloorden aan de horizon.

Het gezin behoort niet tot de echte armen. Andreas’ moeder wordt geacht het goed te hebben, ze moet tevreden zijn. Ze woont nota bene in een mooiestraat van Amsterdam, grenzend aan het Harmoniehof, als onderdeel van Berlages Plan-Zuid gebouwd door de idealistische architect J.C. van Epen. De geest van deze bouwmeester van socialistische snit, gestorven in het jaar van moeders vlucht uit het stedenbouwkundige paradijs, wordt door Andreas opgeroepen om zijn moeder te volgen en haar te weerhouden van haar vlucht.

Hoe kan iemand, peinst de architect , de door hem met zoveel liefde ontworpen buurt vrijwillig verlaten? Wie hier niet blijft is gek! Als het de Pijp was geweest had hij begrip kunnen opbrengen voor iemand die haar gezin verlaat. ‘Ik ben tegen de Pijp’, mijmert hij. ‘Eigenlijk ben ik ertegen dat er arbeiders bestaan. De arbeider is iets dat we moeten afschaffen. Mensen met vuile handen en roet op hun gezichten en in hun longen die in een pijpenla wonen en die ’s ochtends naar hun werk gaan. Zulke mensen hebben diep in hun hart geen zin om ’s avonds weer thuis te komen. Vergelijk hun lot met dat van mensen die rond het Harmoniehof wonen.’

Nou, dat doet Hans Münstermann, alias Andreas Klein, maar anders dan de architect zich had voorgesteld. Hij laat zien hoe het voelt om daar rond het Harmoniehof, als vrouw van nog geen veertig jaar oud, met zeven opgroeiende kinderen te zijn opgesloten op een bovenwoninkje met een knus bakstenen balkonnetje begroeid met wingerd. Wat het betekent dag in dag uit te vertoeven in een overbevolkte krappe huiskamer met aan een kruis boven het buffet Jezus in wie je niet meer gelooft, zonder geld om de boodschappen die je dagelijks drie trappen op moet zeulen te betalen. En ’s avonds een echtgenoot die helaas wel zin heeft om thuis te komen, eten op tafel verwacht en de nacht gebruikt om zijn vrouw te verkrachten.

Maar Andreas wentelt zich niet in wat hem door de moeder is aangedaan. De herinnering aan het verraad dient voornamelijk om zich een voorstelling te maken van de hel waarin zijn moeder leefde. Münstermann roept die hel op in een geserreerde stijl waarin hij veel aan de verbeelding overlaat. Andreas, de verteller, probeert aan het sterfbed zijn moeder tot leven te wekken, en de tijd waarin zij haar hopeloze strijd voerde in te kleuren. Niet met politieke bespiegelingen over de Koude Oorlog, de wederopbouw of de verzuiling maar met haarscherpe beelden van één dag waarin een heel tijdperk weerspiegeld wordt. We voelen, ruiken, ervaren de bedomptheid waaruit de door niemand begrepen moeder wil ontsnappen. Het verhaal dat Andreas voor zijn familieleden van zijn moeder maakt is een hypothese, zijn hypothese. Uit de stukjes van de incomplete puzzel die hij legt, doemt het beeld op van een uitgeputte, depressieve vrouw, die droomt van opname in een sanatorium als ultieme bevrijding. Maar vind in de jaren vijftig maar eens een dokter die kiest voor de moeder en dus tegen man en kinderen.

De socialistisch angehauchte architect is trouwens geen haar beter dan de dokter of de pastoor. Hij verheerlijkt het moederschap, het gelukkige modelgezin waarvoor hij zijn ‘knappe woninkjes’ heeft gebouwd. Als Marianne daaruit wegvlucht verwijt hij haar: ‘U maakt mijn levenswerk kapot door het de rug toe te keren’. Zij, op haar beurt, rilt bij de gedachte aan wat er was gebeurd als ze was gebleven. ‘Moest ze thuisblijven om dagelijks te voelen hoe het risico groter werd, hoe het zou uitlopen op een veel grotere ramp? Dat ze gedacht heeft dat ze haar eigen kinderen* Ze zouden haar dankbaar moeten zijn.’

Marianne wordt bekoord door de gedachte aan een ander leven, een swingend bestaan dat er voor haar echter niet in zit. Misschien voor haar kinderen. Aan haar sterfbed zijn ze haar weliswaar niet dankbaar voor wat ze die dag in 1960 deed, maar er is wel begrip. En de lezer brengt dat begrip ook op, zowel voor de moeder als voor de kinderen, de generatie die een paar jaar na haar vlucht massaal zou uitbreken.



Herman Brusselmans - Watervrees tijdens een verdrinking

Herman Brusselmans (54) en zijn vrouw Tania De Metsenaere (47) – de godin van de schrijver, zijn muze – zijn uit elkaar. Gescheiden zijn ze nog niet, en dat willen ze eigenlijk ook niet, maar het koppel woont al twee jaar apart. ‘Ik heb 18 jaar met volle goesting voor Tania geleefd,’ zegt Herman. ‘Ik heb haar àlles gegeven, maar het was blijkbaar niet genoeg. Tania wou meer in het leven. Ze voelde zich beklemd in ons huwelijk. Eerlijk gezegd: ik denk niet dat het ooit nog goed komt tussen ons.’ (...)



Phoebe, de echtgenote, Grote Geliefde en sinds negentien jaar vaste partner van de schrijver, heeft hem verlaten. Dit laat z’n wereld op z’n grondvesten schudden. Wat doe je als de vrouw die je bestaan bepaalt de deur uit loopt? En wat doe je als ze, op haar voorwaarden, toch nog in je leven wil blijven? En wat doe je als de eindeloze eenzaamheid je nieuwe compagnon wordt? De schrijver doet niet veel, behalve in zak en as zitten, zich kwaad maken, tegen de muren op lopen, en zo nu en dan in z’n eigen ziel naar een oplossing zoeken. Bovendien wil hij wel een nieuwe vrouw. Hij vraagt zich af of hij een beroemd Vlaams mokkel tot het zijne zal maken, of dat hij beter kan opteren voor een gewoon meisje uit den volke, met een leuke snoet, een prachtig lichaam en de intelligentie van een prijskoe. De kwestie is: noch de beroemde Vlaamse mokkels noch de volksmeisjes lijken van de schrijver wakker te liggen. Je kan verdomd eigenlijk maar beter heel alleen blijven.

Watervrees tijdens een verdrinking is het soort liefdesroman waarop Herman Brusselmans in de Nederlandstalige letteren het patent heeft. Vrouwen en mannen staan naast elkaar, tegenover elkaar, voor en achter elkaar, en of ze ooit dezelfde taal zullen spreken, dat is het grote raadsel. Herman Brusselmans is als schrijver de ultieme gids bij het verklaren van dit raadsel. Dankzij z’n verklaringen biedt hij de lezer troost, hoop, wanhoop, woede, berusting, gelatenheid, energie, verlichting, een lach en een traan, en een fantastische roman.

17 okt 2012

Haruki Murakami - Kangoeroe correspondentie

 
Haruki Murakami was dit jaar favoriet voor de Nobelprijs Literatuur en wat had ik hem deze prijs graag gegund. De schrijfsels van Murakami zijn steeds glashelder en spreken een kinderlijke verwondering voor het leven uit. Kangoeroe correspondentie bundelt een aantal kortverhalen uit zijn beginjaren tot voornamelijk eind vorige eeuw. Ook het eerder op deze blog besproken Slaap (hier te lezen) ontbreekt niet. Murakami lijkt soms uit het niets een boeiend verhaal uit zijn mouw te kunnen schudden. Zoals het eerste verhaal, A slow boat to China, begint met de vraag : "Wanneer heb ik mijn eerste Chinees ontmoet?".

De in dit boek gebundelde verhalen getuigen van een vanzelfsprekende genialiteit. Murakami heeft slechts een inval nodig om een prachtig verhaal tot leven te wekken. Al zijn verhalen zijn geschreven in de ik-vorm, wat niet wil zeggen dat ze allemaal autobiografisch zijn. Zo plaatst hij zich met genoegen in de rol van rebelse twintiger in Een familiegeschiedenis. Of gaat hij de correspondentie aan met een ontevreden klant in Kangoeroe correspondentie. Of hij verplaatst zich terug in de tijd toen hij nog gazonnetjes maaide voor een cent bij te verdienen (Het laatste gazon van de middag).

Zijn verhalen starten steeds ogenschijnlijk banaal, maar groeien steevast uit tot literaire hoogstandjes. En dit zonder moeilijke woorden, lange zinnen of ingewikkelde plots. Murakami laat zijn lezers met plezier meevaren in zijn gedachten. En dat is steeds weer genieten.

Hilary Mantel wint tweede Man Booker Prize


De Britse schrijfster Hilary Mantel heeft de Man Booker Prize gewonnen. Het is al de tweede maal dat de 60-jarige Britse de prestigieuze literatuurprijs wint. Mantel kreeg de prijs voor haar historische roman ‘Bring Up the Bodies’: het tweede deel van een trilogie over Thomas Cromwell. Met het eerste deel ‘Wolf Hall’ won ze in 2009 al de Man Booker Prize.

Mantel is de eerste vrouw én de eerste Britse auteur die de prestigieuze prijs twee maal heeft gewonnen. Ze was dit jaar de grote favoriet. Eerder wonnen Peter Carey en J.M. Coetzee de Man Booker Prize al twee maal. De Booker Prize is 50.000 pond waard en wordt jaarlijks toegekend. De prijs wordt sinds 1969 uitgereikt, aan auteurs uit Groot-Brittannië, het Gemenebest en Ierland. (bron : Stadaard.be)

12 okt 2012

Mo Yan wint Nobelprijs literatuur

De Chinese schrijver Mo Yan (57) heeft de Nobelprijs voor de literatuur gewonnen. Hij werd in het Westen vooral bekend door zijn twee boeken die de basis vormden voor de film 'Het Rode Korenveld'.

In 2000 won schrijver Gao Xingjian al de Nobelprijs voor de literatuur. Maar hij wordt door China als een dissident beschouwd en doodgezwegen. Hij heeft de Franse identiteit aangenomen. Voor China is Mo Yan dus de eerste 'officiële' Nobelprijswinnaar voor de literatuur.

Mo Yan is een pseudoniem, het betekent 'spreek niet' in het Chinees. Toepasselijk misschien, want een dissident is Mo Yan dus niet. Tijdens de culturele revolutie zat hij in het leger, in de afdeling literatuur. Hij wordt dan ook beschouwd als een van de belangrijkste hedendaagse schrijvers van China. Zijn echte naam is Guan Moye.

Het Nobelprijscomité koos hem uit, wegens zijn 'hallucinaire realisme dat volksverhalen, geschiedenis en heden vermengt.'

In zijn werk (romans, kortverhalen en essays) verwerkte hij wel soms sociale commentaar, die hij verwerkte in zijn magisch-realistische stijl. Hij werd dan ook beïnvloed door Gabriel Garcia Marquez.

Mo Yan debuteerde in 1981, met een kortverhaal. Zijn doorbraak kwam er pas enkele jaren later, met de novelle 'Tourning de hong luobo' (in het Frans vertaald als 'Le radis de cristal'). Zijn bekendste romans zijn 'Het rode korenveld' en 'Grote borsten en brede heupen'.

De Chinese overheid reageert verheugd op de keuze voor Mo Yan. Maar de Chinese kunstenaar en politiek activist Ai Weiwei is niet tevreden. Hij vindt dat een auteur met de smet van het regime geen Nobelprijs verdient.

De Nobelprijs voor de literatuur wordt al uitgereikt sinds 1901. Vorig jaar won de Zweedse dichter Tomas Tranströmer deze prestigieuze onderscheiding. (bron : standaard.be)

11 okt 2012

Sandro Veronesi - Misplaatste kussen


Elke zichzelf respecterende grote romancier brengt op een punt in zijn schrijverscarrière een verhalenbundel uit. Niet elke aanzet resulteert immers in een voldragen roman en sommige verhalen behoeven ook geen honderden pagina's. Misplaatse Kussen komt op het juiste moment nu Sandro Veronesi's naambekendheid groot is en veel mensen met spanning zitten te wachten op zijn volgende meesterwerk. En ik kan alle fans van Veronesi van harte aanraden ook deze verhalenbundel ter hand te nemen en te genieten van de kleine pareltjes die onmiskenbaar in allen de typische stijl van Veronesi in zich meedragen. Misplaatste kussen is overigens ook de titel van het laatste verhaal uit de bundel.

In de eerste drie verhalen zijn de vader-zoon relatie en de dood de belangrijkste thema's, telkens met een andere invulling. In Voorspelling tracht Sandro zijn vaders heengaan zo comfortabel mogelijk te maken. In Niet voor niets gestorven wil Ropiten dat ook anderen boeten voor zijn vaders plotse heengaan en in Het zal worden zoals het was tracht Giacomo zich te onttrekken aan het juk van zijn heersende vader.

Telefoon uit de hemel, De oude stem en De schoen zijn kleine verhalen over het lot met al dan niet verscholen levenslessen, waardoor ze lezen als moderne parabels. De woede van het lam is een knap verhaal over een fout die je blijft achtervolgen, maar ik had het al eens gelezen, daar het volledig staat in Veronesi's roman Nauwelijks geraakt. Het is echter een op zichzelf staand verhaal dat niet uit zijn context lijkt gerukt. Zuster is een verhaal over toeval en rampspoed waarbij een vrouw haar huwelijk en haar affaire in vraag zal stellen.

Ik ga niet alle verhalen belichten, maar Sandro Veronesi etaleert hier zijn gave om zijn personages op enkele pagina's te definiëren en hun hele leefwereld te schetsen, om zich daarna te focussen op één enkele gebeurtenis die de levens van zijn personages zal veranderen of hen tot nieuwe inzichten zal brengen.

6 okt 2012

Martin Amis - Lionel Aso


De Engelse schrijver Martin Amis experimenteert graag met vorm, stijl en inhoud. Zijn werk wordt vaak gekenmerkt door moreel en mentaal geweld. Dat is in zijn nieuwste roman Lionel Aso niet anders. Het hoofdpersonage Lionel Pepperdine is zo'n asociale bruut dat hij vrijwillig zijn achternaam verandert in Aso. Hij is dan ook trots op zijn onhebbelijke persoonlijkheid en op het feit dat zijn gewelddadig karakter hem meermaals in de gevangenis doet belanden. Hij vindt het daar trouwens zo slecht nog niet. Als hij niet in de gevangenis zit, "onderricht" hij zijn neefje Des om in zijn voetsporen te treden en traint hij hardhandig zijn honden om voor hem vuile werkjes op te knappen. Lionel is best tevreden over zichzelf en het leven dat hij leidt.

Des ziet het echter niet zitten om in de voetsporen van zijn nonkel te treden en begint zich meer en meer toe te leggen op school. Ook heeft hij een affaire met zijn grootmoeder Grace (die nog maar 39 is). Als Lionel onraad ruikt, breken ze het af en wisselt Grace Des in voor een nog jongere knaap. Lionel komt tussen en laten we zeggen dat het niet zo goed afloopt met deze jongen. Na een vechtpartij bij het huwelijk van Lionel's grote liefde Gina, draait Lionel de cel in.

Geluk is niet altijd rechtvaardig en Lionel wint tijdens zijn verblijf in de gevangenis de grote pot van de lotto. Hij koopt zich vrij en begint te spenderen. Zijn naam alle eer aandoend, zet hij iedereen die bij hem komt bedelen te kakken. De pers zit hem echter op de hielen en belicht al zijn gebreken. Zelfs Lionel blijft hier niet ongevoelig bij. Het komt zelfs zover dat hij enkele perslui aanvalt en terug de cel invliegt.

5 okt 2012

Boeken van mijn vrouw : Lawrence Hill - Het negerboek


Aminata is nog klein als ze uit de Afrikaanse binnenlanden wordt weggevoerd en in de hel van een slavenschip belandt. Op een indigoplantage in Virginia ontdekken twee oudere slaven dat ze kan lezen en schrijven en kennis heeft van kruiden en het vroedvrouwschap. Ze wordt hun geheime leerling. Een joodse handelaar neemt haar over nadat ze haar kind verloren heeft. Jaren later ontvlucht ze hem tijdens een reis naar New York. In de achterbuurten helpt ze morsige liefjes van Britse officieren te bevallen. Ondertussen bouwt ze een netwerk op, waardoor ze als vrije vrouw naar Nova Scotia kan reizen. Uiteindelijk keert ze terug in Afrika, maar haar dorp kan ze niet bereiken. Haar lange reis eindigt in Londen, waar ze een belangrijke rol speelt bij de discussies rond de afschaffing van de slavernij.
Lawrence Hill stamt zelf af van Amerikaanse slaven. Tijdens stamboomonderzoek ontdekt hij de opzienbarende rondreis van sommige slaven. En hij stuit op Het negerboek, een nauwkeurige opsomming van slaven die naar Nova Scotia vertrokken, hoe oud en fit ze zijn en hoe ze hun vrijheid kregen. Het inspireerde hem tot deze meeslepende roman, die met alle indrukwekkende details geen moment vaart verliest. (bron : Nieuw Amsterdam)

3 okt 2012

Boeken van mijn vrouw : Grace Mcleen- Het land van melk en honing

De 10-jarige Judith wordt door haar vader opgevoed. Op school wordt ze gepest vanwege haar strenggelovige kijk op de wereld. Hoewel ze tijdens Bijbelstudie keer op keer haar vader vraagt waarom God onnavolgbaar is, gelooft ze blindelings. Op haar kamer creëert ze haar eigen wereld, een afspiegeling van het stadje waarin ze opgroeit, opgebouwd uit gevonden voorwerpen. Op een zondagavond laat Judith een sneeuwstorm van watten over haar landje vallen. De volgende ochtend is de echte wereld ook wit. Judith gelooft dat ze wonderen kan doen, vooral als God zelf zegt dat zij zijn uitverkorene is. Maar de gevolgen die deze nieuw verworven macht met zich meebrengt, zijn niet te overzien. (bron : uitgeverij Contact)