Petrus Paulus woont samen met zijn vrouw in een Belgisch rust- en verzorgingstehuis (RVT). De zusters in het RVT behandelen hem met kleinerende empathie. Als Paulus zich niet in zijn hum voelt, roepen ze in zijn oor dat ‘het allemaal wel goed komt’, en als zijn vrouw overlijdt en hij een kamer voor zich alleen krijgt, verkopen ze dit aan hem als ware het een soort promotie. Met nauwelijks bedwongen euforie tonen de zusters hem in zijn nieuwe kamer een apparaat met vloeibare zeep. ‘Ik neem me voor het ding nooit te gebruiken’, aldus Paulus.
Het boek is geïnspireerd op de laatste anderhalf jaar van het leven van de vader van Marynissen. Deze anderhalf jaar zijn omgezet in een verhaal over het verlies van een liefde en het verlies van zelfstandigheid. Hoewel je aan de ene kant begrip kunt opbrengen voor het agressieve optimisme van de zusters kies je als lezer toch al snel partij voor het bokkige cynisme van Paulus. Het boek toont overtuigend de vernedering die we de oude medemens tegenwoordig maar niet lijken te kunnen besparen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten