Arthur Friedland is vader van drie zonen. Zijn oudste zoon Martin van zijn eerste vrouw en de identieke tweeling Iwan en Eric van zijn tweede vrouw. Tijdens hun jeugd neemt hij de jongens geregeld met op uitstap. Niet dat hij er veel plezier aan beleeft, hij voelt zich als vader hiertoe verplicht. Arthur heeft geen grote dromen of ambities tot ze op een dag naar een show van een hypnotiseur gaan. Deze maakt meer in Arthur los dan die kon vermoeden. Zo geeft hij publiekelijk toe dat hij zijn zoon Iwan het liefste ziet en zonder eerzucht door het leven gaat als ongepubliceerde schrijver. Geluk heeft hij nooit echt gekend. Verstrooid keren ze terug naar huis, maar de volgende dag is vader met de noorderzon verdwenen.
Arthur Friedland laat enkel nog van zich horen door de boeken die van zijn hand verschijnen. En die gaan niet onopgemerkt voorbij. Zijn debuut
Mijn naam zij niemand is een existentiële roman die veel bijval kent. Het hoofdpersonage is een jonge man die de wereld in trekt. Hij doorstaat beproevingen maar het verhaal leidt nergens heen. Niet het hoofdpersonage maar wel de lezer die het allemaal gewillig volgt, lijkt in het centrum te staan. Er ontstaat een korte hetze als enkele lezers zich van het leven beroven met het boek in de hand.
Snel volgen meer romans die worden gewaardeerd, maar minder stof doen opwaaien. Zijn derde roman
Aan de monding van de rivier gaat over het lot van een man dat zich telkens vertakt door beslissingen of toevalligheden van het geluk. Martin Friedland voelt zich enorm aangesproken door deze roman. Zijn leven lijkt zo te zijn gevormd dat hij geen pastoor was geworden als hij maar een leuke vrouw had gevonden die met hem had willen samenleven. Het geloof biedt hem nu houvast, maar zijn echte passie en verleiding ligt in ongezond eten en de Rubiks kubus, waarmee hij ooit het nationaal kampioenschap wil winnen.
Martin heeft een goed contact behouden met Iwan, de goedaardigste van de tweeling. Iwan die oprecht om Martin geeft en zelf een begaafd kunstenaar wil worden. Beiden hebben ze nog een ontmoeting met hun vader na diens eerste boeken zijn verschenen. Ze storten elkaar hun hart uit tot diep in de nacht en beloven de volgende dag terug samen te komen. Arthur is echter nergens meer te bekennen.
Eric heeft niet veel op van Martin en diens gehuichelde leven als pastoor. Met zijn vader wil hij helemaal geen contact meer. Hij leeft als een oppervlakkige miljonair in zijn villa met dure kunst aan de muren. Maar het is een leven van schijn. Als vermogensbeheerder heeft hij de laatste jaren al het geld van zijn cliënten verbrast en er is geen hoop meer dat het goed komt. Het is slechts een kwestie van tijd voor de politie aan zijn deur staat. Gevoed door zijn dagelijkse paranoia vervreemdt hij van zijn gezin, familie en collega's.
Iwan vindt het moeilijk om met zijn tweelingbroer te praten. Het is als een zelfgesprek, ze doorzien elkaar en dat maakt het moeilijk een geheim te bewaren. Daar Iwan de middelmaat niet kon overstijgen is hij gestopt met schilderen en kunsthandelaar geworden. Hij specialiseert zich in de verkoop van één bepaalde kunstenaar, Heinrich Eulenböck en creëert zo zijn eigen mythe.
Iwan heeft nog een ontmoeting gehad met de hypnotiseur Lindemann, die niet alleen zijn vader, maar ook hemzelf hypnotiseerde. Lindemann vertrouwde hem nog toe dat slechts zelden zich in een ziel iets fundamenteels in beweging laat zetten. De roman volgt de drie broers in een moment van gedeelde tijd waarbij de ondergang van de ene broer de redding van de andere zal bewerkstelligen.
Daniel Kehlmann heeft zich op korte tijd ontpopt tot een van mijn favoriete schrijvers. Na vorige maand
Roem te hebben gelezen, kon ik amper wachten om aan deze roman te beginnen. De auteur heeft een eigenzinnige manier van schrijven met levensechte personages die zichzelf constant in vraag stellen. In
F vereenzelvigt hij zich om beurten met elk van de drie broers, wat resulteert in verschillende schrijfstijlen en tempo's. Soms zinken de personages weg in een droomwereld wat de roman een extra dimensie geeft.
Daniel Kehlmann bezit de uitzonderlijke gave om zwaarwichtige thema's zoals geloof en vrije wil toch licht en aangenaam verteerbaar te maken. Verder schuwt hij het experiment niet, wat de roman spannend houdt. In
F maakt hij ten volle gebruik van de eigenzinnige proza die Arthur Friedland de wereld in stuurt. Een filosofische roman en een pageturner kwamen nog nooit zo dicht bij elkaar.