2 jun 2013

Bernard Beckett - Willoos


Bernard Beckett is een Nieuw-Zeelandse schrijver die bij ons niet erg gekend is. Dit boek sprak me vooral aan door zijn mooie zwart-wit kaft en de korte inhoud (natuurlijk). Willoos is een roman die nogal krampachtig op gang komt. De aanzet lijkt nogal geforceerd wanneer twee ogenschijnlijke vreemden voor elkaar een afspraak maken en betrokken raken in een ongeval. Ze zitten vast in de wagen tot de hulpdiensten hen komen bevrijden. Toch is niet alles wat het op het eerste zicht lijkt en zijn beide levens reeds sinds hun kindertijd met elkaar verbonden. In de wagen zullen ze door elkaars levensverhaal te aanhoren de volledige waarheid achterhalen.


Het begin van de roman is zoals reeds aangehaald nogal onbeholpen, maar dit reflecteert misschien wel de relatie tussen Tristan en Grace die elkaar reeds geruime tijd kennen, maar toch niets van elkaars leven afweten. De ruime passages waarbij beiden hun levensverhaal zijn vaak meeslepend en breekbaar.

Tristan leert zichzelf als kind met de hulp van een priester lezen. Dit is buiten de wil van zijn vader die hem met pijn in het hart ziet vertrekken naar het Sint-Augustinus instituut. Wat later sterft zijn vader, zodat Tristan alleen is overgeleverd aan zijn nieuwe thuis. Naarstig zuigt hij de vele godsdienstlessen in zich op, maar de rector drijft zijn studenten steeds tot het uiterste. In urenlange discussies daagt hij de studenten uit om aan te tonen of de mens een vrije wil heeft of dat zijn pad reeds op voorhand is uitgestippeld.

Het regime binnen het instituut is hard en wanneer Tristan de regels overtreedt door in de stad contact te zoeken met de mensen van de nacht, en meer bepaald met een meisje dat zijn aandacht heeft getrokken, wacht hem een passende straf. Hij moet meewerken aan een 2-jaar durend experiment dat zal bewijzen dat de rector Tristans gedrag, hoe onvoorspelbaar ook, op voorhand kan inschatten. Gedurende deze twee jaar wordt de jongen opgesloten en gaan zijn gedachten voortdurend uit naar dat mooie meisje dat hij heeft mogen aanschouwen tussen de verworpenen van de stad.

Grace is haar naam en zij is als klein meisje terechtgekomen in een klooster in de buurt. Het regime is hier zo mogelijk nog strenger. Vriendschap wordt afgeraden omdat dit de aandacht zou afleiden van de verering van God. De regels moeten strikt worden nageleefd op straffe van opsluiting en zweepslagen. Ook zij herinnert zich Tristan als de verschijning van een engel, toen ze hem tegenkwam in de stad. Wanneer haar nachtelijke escapades worden ontdekt, wordt ze zonder pardon uit het klooster gezet.

Het leven buiten is hard, maar ze kan toch rondkomen omdat mannen haar geld geven voor bepaalde diensten. Soms meent ze dat ze met een enkeling een band kan opbouwen, maar steeds wordt ze teleur gesteld in wat deze mannen van haar willen. Zo belandt ze van een gezin in een bordeel en uiteindelijk op de straat, waar Tristan haar vindt.

Tristan leeft ondertussen ook op de straat. Hij verloor het experiment van de rector en moest vertrekken uit het Sint-Augustinus instituut. In de grauwe achterbuurten merkt hij uiteindelijk terug Grace op en komt hij tot een gruwelijk besluit dat hem zal bevrijden van zijn stigma van willoze. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten