20 apr 2013

Hanna Bervoets - Alles wat er was






De Nederlandse Hanna Bervoets gaat met haar derde roman de apocalyptische toer op. Ondanks het rampscenario en de ontberingen ligt in Alles wat er was vooral de nadruk op de intermenselijke relaties en het gemis van dagdagelijkse gewoontes.


Een groep mensen bevindt zich op een zondag in een school als ze een knal horen. Via de televisie vernemen ze dat ze binnen moeten blijven en wachten op verdere instructies. Dan valt het scherm uit. Een van de binnengeslotenen slaat op de vlucht en rent een dikke mist in. Ze komt niet meer terug. De anderen leven de instructies na en blijven binnen.

De mensen die zich in de school bevinden zijn niet echt vreemden van elkaar. Een filmploeg kwam een reportage draaien over Joeri, een achtjarige bolleboos, waar ook zijn moeder Natalie en zijn leraar Kaspar bij aanwezig moesten zijn. Als setting werd de school gekozen. De andere aanwezigen zijn de filmploeg en Kaylem, de klusjesman van de school.

Wanneer duidelijk wordt dat ze hier wel een tijd zullen zitten, wordt het gevonden voedsel gerantsoeneerd en beslist men de porties af te bouwen. Er ontstaat een groepsdynamiek waarbij rollenpatronen wegvallen en men aanvankelijk samen slaapt in de gymzaal. Als men later toch de lokalen verdeelt voor meer privacy, wordt men geconfronteerd met de stilte, het geluid van alles wat er niet meer is. Gaandeweg komen er meer ontberingen; het wordt koud, de elektriciteit valt uit, het water stopt met stromen en het eten raakt op.

Ook de communicatie is volledig weggevallen. Het internet en berichten vormen het belangrijkste bewijs van informatie dat er nog anderen zijn. De groep is dan ook op zichzelf aangewezen en komt zo tot verrassend eenvoudige inzichten die ze vergeten waren. Het lange samenzijn resulteert ook in spanningen en achterdocht. Zaken als de verdeling van het werk en een gevonden pillenkoker leiden tot discussies en speculatie. Langzaam wordt duidelijk dat de groep is opgedeeld in twee kampen. De slachtoffers (degenen die op school waren uitgenodigd) en de daders (de filmploeg die de reportage wilde draaien).

Het komt tot een definitieve breuk tussen de twee kampen als Joeri bij een spelletje met Merel van de trap valt. Joeri is er zo erg aan toe dat Natalie besluit samen met Kasper de school te verlaten in de hoop op redding. De overblijvers (de filmploeg en Kaylem) zijn in het begin niet rouwig om het vertrek van de anderen. Zo is er meer voedselvoorraad en meer ruimte, maar al snel ondervinden ze dat je met minder ook minder privacy geniet.

Merel raakt immers verstrikt in een gevaarlijke driehoeksrelatie met Barry en Leo, met Leo als dynamische spilfiguur. Beiden doen ze het met Leo, maar niemand lijkt bereid grote verbintenissen te doen in deze afgesloten wereld met zijn eigen wetten. Toch komt de menselijke natuur bovendrijven en zal jaloezie de overhand nemen. Als Merel zwanger blijkt te zijn moeten er harde keuzes worden gemaakt.

Alles wat er was is opgebouwd uit kleine hoofdstukken uit een dagboek dat Merel bijhoudt. Ze heeft het gevonden in een lessenaar en noteert elke dag haar bevindingen. De roman behandelt de dagen in chronologische volgorde, maar onvolledig en door elkaar geschud. Dit geeft echter geen chaotische indruk en draagt bij aan het langzaam ontrafelen van de verschillende persoonlijkheden en intriges die deze roman verrijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten