De laatste twee weken ben ik de weer geweest met het lezen van de postume roman van David Foster Wallace, genaamd De bleke koning. Persoonlijk ben ik niet echt gewend om romans van dergelijk kaliber (600 pagina's volledig volgeschreven) te doorworstelen en alleen al het gewicht ervan in mijn handen boezemde me angst in.
De roman was nog niet voltooid toen David in 2008 zelfmoord pleegde. Michael Pietsch nam de onmogelijke taak op zich om uit het nog niet geordende materiaal, dat lag verspreid in Davids werkkamer, een leesbare roman te filteren die de overleden schrijver zou goedkeuren. Gelukkig had de redacteur reeds de nodige ervaring opgedaan met zijn redigeerwerk voor Infinite Jest, Davids grootste en bekendste roman (tot op heden niet vertaald), die hij met moeite tot 1000 pagina's kon inkorten.
Ook De Bleke koning lijkt wel een megalomaan project waarin David Foster Wallace zijn alwetendheid tentoon spreidt en ons verder laat kijken dan we meestal gewend zijn. Al van in het begin van de roman worden we overstelpt met informatie, wanneer we de gedachten volgen van Claude Sylvanshine die in het vliegtuig zit en onderweg is naar Peoria om er te gaan werken op het plaatselijke belastingkantoor. Dit wordt vertaald in een kluwen van hersenspinsels die door elkaar lopen en ook zo zijn neergeschreven.
Net als de schrijfstijl van deze intrigerende roman is ook de vorm complex van aard. Soms krijg je het gevoel dat er verschillende romans zijn samengevoegd. Het eigenlijke verhaal rond de medewerkers op een belastingkantoor in Peoria wordt gestoffeerd met kleine en grotere verhalen vol zwarte humor en bevreemdende situatieschetsen die pas later in de roman verklaard worden. Het lijkt wel of David Foster Wallace zijn lezers uitdaagt om deze roman tot een goed einde te brengen en je onderweg in ongeloof laat dat hij dit daadwerkelijk allemaal heeft weten te schrijven.
Het voorwoord van de schrijver komt er pas met het negende hoofdstuk. Hierin verantwoordt hij zijn roman als de memoires van een loopbaan. Hij beklemtoont dat het hele verhaal non-fictie betreft, door hemzelf ervaren in de dertien maanden die hij op het kantoor heeft doorgebracht. Om zijn studentenlening terug te betalen, kwam hij op deze plek terecht in 1985, een cruciaal jaar met grote veranderingen en interne strijd (het begin van een gecomputeriseerd aanslagsysteem) die tot uiting kwamen in het RCC (regionaal controlecentrum) Midden-West van Peoria. De buitenwereld heeft nooit iets van deze ontwikkelingen en de bijgaande bureaucratie geweten, door de uitermate saaiheid van het onderwerp.
In een hoofdstuk van meer dan 100 pagina's verklaart David Foster Wallace hoe hij bij de dienst is komen te werken. Hij vertelt over zijn jeugd en bijbehorende zondes en de scheiding van zijn ouders. Zijn moeder die een nieuwe seksuele identiteit beleeft en zijn vader die dit maar moeilijk kan verteren. De plotse dood van zijn vader door een tramongeluk is één van de factoren die er toe bijdragen dat de jonge David een aha-erlebnis krijgt en besluit zijn onbezonnen jaren achter zich te laten en te kiezen voor een betrekking waar zijn vader, die boekhouder was, mee zou ingestemd hebben.
Er volgt een minutieus relaas over Davids introductiedag op de dienst die overspoeld wordt met jonge en oudere kandidaat-werknemers. Het verloopt allemaal erg chaotisch, maar David kan hier enigszins aan ontsnappen, omdat hij door een familielid is binnengeleid en een soort voorkeursbehandeling geniet. Of zo denkt hij toch, want in de praktijk is hij het "slachtoffer" van een identiteits-verwisseling.
In een twaalf weken durende opleiding worden de nieuwe krachten klaargestoomd, doch er wordt met geen woord gerept over hoe te vechten tegen de verveling en hoe om te gaan met de uiterste concentratie die het controleren van belastingaangiftes met zich meebrengt, zodat de meeste werknemers na afzienbare tijd zelfs schimmen gaan zien. "Sluit een man op in een ruimte zonder ramen om routinetaken uit te voeren die net lastig genoeg zijn om je verstand erbij te moeten houden, spijker een klok tegen de muur en laat hem alleen met zijn gedachten".
Een buitenstaander zou niet kunnen begrijpen hoe de dienst in Peoria erin slaagt gemiddelde resultaten voor te leggen. De excentrieke personages lijken volledig in beslag te zijn genomen door hun neuroses (David Cusk met zijn angst voor transpiratie of de eerder genoemde Claude Sylvanshine die constant allerlei nutteloze informatie doorkrijgt als een medium). De groepsmanager Gary Manshardt neemt zelfs regelmatig zijn nijdig kijkende baby mee naar het werk. De directeur, Dewitt Glendennig, bijnaam de bleke koning, geniet wel het aanzien binnen de dienst, maar iedereen weet dat de echte sterke man Leonard Stecyk is die in de praktijk veel moeilijke taken van zijn baas opknapt.
Om te verpozen na een week hard werk frequenteert het personeel de lokale bars waar soms intieme gesprekken ontstaan tussen botsende persoonlijkheden. In de wandelgangen is het vaak een en al frivoliteit met gesprekken over strontervaringen (letterlijk te nemen) en waaraan je denkt als je masturbeert. David Foster Wallace biedt ons zo een nederige blik op de kleine besognes van het personeel dat in Peoria de dienst uitmaakt.
Als rake observator die de voorgrond schuwt, schetst hij zijn herinneringen aan collega's en gebeurtenissen tijdens zijn dertien maanden op de dienst. Waarom hij daar maar dertien maand heeft gewerkt en in welke omstandigheden hij is vertrokken wordt niet beantwoord, net zoals er een einde ontbreekt aan dit verhaal. Michael Pietsch vond nog talrijke aantekeningen die elkaar echter tegenspraken, zodat het onmogelijk blijkt om de roman nog verder te reconstrueren. Ook de intrige waarbij men de heerschappij van de bleke koning wou omverwerpen, blijft zo onuitgewerkt.
De bleke koning is een vaak zwaar verteerbare roman met breed uitwaaierende zinnen vol moeilijke woorden en specifieke termen, veelvuldig gebruik van voetnoten en een mistgordijn aan feiten, wat het moeilijk maakt door het bos de bomen te zien. Toch kunnen bepaalde stukken je echt raken en wordt je meegenomen in filosofische mijmeringen en markante situaties. David Foster Wallace bevestigt met deze nalatenschap een van de grootste Amerikaanse schrijvers van zijn generatie te zijn.
(afbeelding : cobra.be)
(afbeelding : cobra.be)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten